Bodnár Dániellel, a TEV Elnökével készült riport a holland nyelvű újságban

ich-bin

Boedapest, Hongarije, 27 november 2012. Een demonstrant die een gele Davidster heeft opgespeld, houdt een bord omhoog tijdens een demonstratie tegen een bijeenkomst aan het Hongaarse parlement van de neonazipartij Jobbik met zijn afgevaardigde Marton Gyongyosi die er het woord voerde. Het protest gold een voorstel van de Jobbikpartij om Hongaarse Joden voortaan op te lijsten zodat ze gemakkelijker te identificeren zijn. Op het bord staat te lezen: “Ik ben een Jood. Aub, zet mijn naam op de Jobbiklijst.” De betoging werd georganiseerd door de stichting “March of The Living.” (foto: AP/MTI, Tamas Kovacs – bron)

Laatst bijgewerkt: vrijdag, 24 januari 2014 om 16u14'

Manfred Gerstenfeld interviewt Daniel Bodnar

“De TEV organisatie – waarvan de volledige naam de Stichting voor Actie en Bescherming betekent – werd opgericht in 2012. Haar oprichters zijn de drie belangrijkste Joodse gemeentes, de Verenigde Hongaarse Joodse Congregatie EMIH (Chabad-gelieerd) waartoe ik behoor, de Federatie van Joodse Gemeenschappen in Hongarije – Mazsihisz die de neologische Joodse stroming vertegenwoordigt – en de reformgemeente Sim Shalom. Er was een behoefte aan een dergelijke organisatie, omdat in Hongarije geen voor vergelijkende analyse geschikte gegevens beschikbaar waren over antisemitisme.

“TEV is begonnen met aggressie tegen Hongaarse Joden te volgen op basis van vier criteria van de OVSE – fysieke misdaden, haatmisdrijven, haatspraak die leidt tot actie, en aanzetten tot haat. Al deze categorieën zijn volgens Hongaars recht strafbaar. Daarnaast vesrtrekt TEV juridische hulp aan slachtoffers van antisemitische daden.”

Bodnár Dániel

Bodnár Dániel

Daniel Bodnar (plaatje rechts) is voorzitter van TEV. Hij werd geboren in Boedapest in 1977 en studeerde aan de ELTE Universiteit van Boedapest. Hij behaalde zijn diploma in 1999. Hij was een Price Fellow aan de Nieuwe School voor Sociaal Onderzoek in New York in Politieke Filosofie.

“Momenteel is de voornaamste zorg van de Hongaarse Joden de antisemitische ophitsing en ontkenning van de Holocaust in het publieke debat, evenals de verslechtering van daarvan. In de eerste ronde van de verkiezingen van 2010 voor de Nationale Vergadering, behaalde de extreemrechtse en antisemitische partij Jobbik bijna 17% van de stemmen. Het is de derde grootste partij met 47 van de 386 zetels in de Nationale Assemblee. Verscheidene van haar parlementsleden deden extreem antisemitische uitspraken.”

“In de eerste zes maanden van de activiteiten van TEV, hebben we 27 klachten naar de politie gestuurd. Zestien daarvan betroffen ontkenning van de Holocaust en 11 behandelden antisemitische ophitsing. We hebben nog geen klachten gehad over fysieke aanvallen.

“De huidige wetten tegen antisemitische ophitsing in Hongarije behoren tot de beste in Europa. Het probleem is dat de overheid hen niet toepast. Nog erger is dat het voormalige Grondwettelijk Hof oordeelde dat alleen in gevallen van direct en duidelijk gevaar sprake is van een overtreding van die anti-ophitsingswetten.

“Een klacht voor opruiing werd ingediend tegen de Jobbik parlementariër Marton Gyongyosi, die in 2012 in de Nationale Vergadering zei dat het ‘tijd wordt om te weten… hoeveel mensen van Joodse afkomst er hier zijn –vooral in het Hongaarse parlement en de regering — die een bepaald risico vertegenwoordigen voor de nationale veiligheid van Hongarije.” Het Openbaar Ministerie oordeelde dat dit niet moet beschouwd worden als aanzetten tot haat. Dit illustreert de tekortkomingen van de Hongaarse rechterlijke arena in het omgaan met ernstige gevallen van het bevorderen van antisemitische haat.

“Samen met deze aansporing is de kwaliteit van de openbare uitspraken de afgelopen zes of zeven jaar zienderogen afgenomen. Haatspraak is doorgesijpeld in het Hongaarse parlement en het publieke debat in de samenleving. In het nationale onderwijscurriculum, vindt men teksten van schrijvers die nazi’s waren. We waren uiteindelijk in staat om samen met twee andere collega onderhandelaars van de Joodse gemeenschap, te bereiken dat het nieuwe curriculum een richtlijn zou bevatten dat leraren moeten uitleggen en contextualiseren dat dit slechte mensen waren. Samen met de ADL, zijn we erin geslaagd om de haatsite van Kuruc te laten verwijderen van Facebook. Die is sindsdien niet langer dan voor een of twee dagen teruggekeerd.

“Een infrastructuur van haat is opgebouwd in Hongarije. We weten niet hoe en wanneer die zal exploderen. Wetgevers moeten reageren op deze realiteit van enorme haat die publiekelijk wordt aangemoedigd. De huidige meederheidsregering van Fidesz, een partij rechts van het centrum,  maakt vele symbolische gebaren. Maar ongetwijfeld zijn haar benaderingen en gevoeligheden ten aanzien van het antisemitisme anders dan de vorige socialistische regering. Het is essentieel dat de regering verder gaat dan enkel symbolische handelingen en de Joodse gemeenschap bruikbare juridische instrumenten verschaft ter bestrijding van het antisemitisme.

“Er leven naar schatting 100.000 tot 120.000 Joden in Hongarije. Bijna allen zijn overlevenden van de Holocaust of hun nakomelingen. Joden worden al lange tijd gebruikt in de Hongaarse politiek. Socialisten gebruiken de ‘Joodse kaart’ door te zeggen dat de meeste Joden voor hen stemmen. Deze kaart wordt dan meestal teruggespeeld door de rechterzijde.

“In een samenleving waar veel traumas uit het verleden nog bestaan, werpt extreem-rechts een aantal beweringen op. De eerste betreft het stigma dat tijdens het communistische regime vele partijleiders Joden waren en de meeste Joden de regerende partij steunden. Een andere is dat Joden niet loyaal zijn aan de Hongaarse staat.

‘Een belangrijk probleem is dat de grote meerderheid van antisemitische incidenten niet wordt gemeld. Mensen die onder een communistisch regime leefden werden voor een groot deel tot zwijgen gebracht en deze houding duurt verder tot op vandaag.”

Bodnar concludeert: “Het huidige Hongaarse antisemitisme is vooral ideologisch en politiek. We realiseren ons dat het zeer gevaarlijk kan worden, maar kunnen niet voorspellen tot wat dit kan leiden. Vandaag de dag wordt door extreemrechts vooral fysiek geweld gepleegd tegen de 600.000 kwetsbare leden van de Roma-gemeenschap. Velen geloven dat dit groter belangrijk doelwit de aanvallen weghoudt van de Hongaarse Joden. Maar het racisme en geweld baren ons zorgen. De huidige situatie belooft geen verbetering voor de toekomst zolang het kader voor de toepasbaarheid van de wet niet verandert.”

Interview door Dr. Manfred Gerstenfeld

Dr. Manfred Gerstenfeld is lid van de Raad van Bestuur van het Jerusalem Centrum voor Publieke Aangelegenheden (JCPA), die hij 12 jaar heeft voorgezeten. Hij heeft meer dan 20 boeken gepubliceerd. Een aantal behandelt het anti-Israëlisme en het antisemitisme.

 

http://brabosh.com/2014/01/23/pqpct-u3k/